THUIS toen ik tien was

Dit project is deels op scholen uitgevoerd en gevolgd door het tweede deel met vertelbijeenkomsten op locaties waar ouderen (met of zonder migratieachtergrond) bij elkaar komen. 
 
Hoe zag het educatieve project eruit?
De leerlingen van drie basisscholen onderzochten hoe ‘Thuis’ eruitzag toen hun grootouders of andere ouderen tien waren. Eerst stonden ze stil bij hun eigen thuis, oefenden met interviewen om daarna grootouders, ouders of andere ouderen te interviewen.
Als afsluiting van het project visualiseerden zij hun eigen thuis en het thuis van de ouderen. Met deze resultaten werd een expositie ingericht waarin de overeenkomsten en verschillen tussen vroeger en nu zichtbaar werden. Omdat veel van de geïnterviewden een migratieachtergrond hebben zie je ook de verschillen terug van opgroeien elders dan in Nederland. Zo heeft de tentoonstelling meerdere lagen.
 
Vertelbijeenkomsten
Aansluitend op het educatieve project worden er vertelbijeenkomsten georganiseerd voor mensen met een migratieachtergrond.
 
De ouderen worden uitgenodigd om naar de (reizende) expositie van de kinderen te komen kijken. Of de expositie gaat naar plekken toe waar oudere migranten bij elkaar komen. De tentoonstelling helpt om eigen verhalen uit te wisselen.
 
De vertelbijeenkomsten voor ouderen zijn bedoeld om in gesprek te gaan met elkaar over ieders gevoel van thuis. Om zo de eigen geschiedenis zichtbaar en hoorbaar te maken. Dus elkaar te vertellen over je eigen thuis van vroeger. En als dat in een ander land was, hoe je daarna hier in Nederland er weer een THUIS van gemaakt hebben. Wat daarvoor nodig is.
Heeft u of weet u een locatie waar deze vertelbijeenkomsten gehouden kunnen worden, dan horen wij dit graag.